De Humanistische Canon is een initiatief van het Humanistisch verbond. Wil je ons steunen? Klik dan op onderstaande knop.
Historisch opgebouwd via vensters en werken
De Canon is historisch opgebouwd via ‘vensters’. Vensters geven een belangrijke periode of ontwikkeling in de geschiedenis van het humanisme weer en vormen de ‘ingang’ in de Canon. Deze vensters vindt u op de homepagina. U ziet linksboven de oudste periode (het venster ‘Paideia’) en rechtsonder de jongste (het venster ‘Humanisme nu’).
In ieder venster vindt u diverse ‘werken’. Dit zijn exemplarische boeken, films, strips, wetten, personen en kunstwerken binnen het venster. In het venster ‘Existentialisme’, vindt u bijvoorbeeld de werken ‘De mythe van Sisyphus’ van Camus, ‘Het existentialisme is een humanisme’ van Sartre en ‘De tweede sexe’ van De Beauvoir.
Mocht u specifiek naar iets op zoek zijn dan kunt u de zoekfunctie gebruiken, bovenaan de pagina.
Hieronder wil ik kort inzoomen op het gedachtegoed van drie andere moslimfilosofen; drie Andalusische denkers uit de renaissance: Ibn Baja (in het westen bekend als Avempace; hij is gestorven in 1138), Ibn Tufayl (gestorven in 1185) en Ibn Rushd (in het westen bekend als Averroes; hij is gestorven in 1198). De keuze voor deze drie filosofen is pragmatisch: hun denken biedt ons inzichten tot de humanisering van islamitische gemeenschappen vandaag de dag.
Ibn Baja haalt inspiratie uit de filosofie van al-Farabi (gestorven in 951) en Ibn Sina (in het westen bekend als Avicenna; hij is gestorven in 1037). In navolging van Aristoteles, stelt Ibn Baja dat er een vereniging is tussen ‘het menselijke intellect’ en ‘het actieve intellect’, het intellect dat in de middeleeuwse filosofie geïdentificeerd wordt met god. Het menselijke intellect wordt geïnspireerd door dit actieve intellect. In Ibn Baja’s pleidooi over de verbinding (of de conjunctie) tussen ‘het menselijke intellect’ en ‘het actieve intellect’ maakt hij een onderscheid tussen vier stappen die iemand daarvoor moet nemen. De eerste stap begint met het bevrijden van het individu van de materiele behoeften (physical needs). In de tweede stap staat het engagement van het individu centraal; hij/zij moet eigen verantwoordelijkheid nemen om zich te verdiepen in de essentie van het bestaan (moral needs). Door middel van deze twee stappen zal het individu in de derde stap in staat zijn om werkelijke kennis te kunnen verwerven (epistemological needs). In de laatste stap wordt de bewijsvoerings-methodiek der filosofen gebruikt om het hoogste doel te bereiken (philosophical needs): namelijk gelukkig zijn.
Ibn Baja zoemt vooral in op de epistemologische dimensie die volgens hem uit drie stadia bestaat. Het individu zal zich in het eerste stadium perceptuele kennis (al-ma‘rifa al-hissiyya) eigen moeten maken. Die kennis zou – volgens Ibn Baja’s model – gericht zijn op emoties en materie. Hierna pas – in het tweede stadium – is het individu in staat om theoretische en filosofische kennis (al-ma‘rifa al-nazariyya) te verwerven. Die kennis vormt de basis voor het individu om zich te bevrijden van de ‘samenleving van slaven’ en deel te nemen aan de ‘samenleving van de vrije mensen.’ De vrije mensen zijn degene die in staat zullen zijn om kritisch na te denken over eigen traditie, beslissingen durven te nemen met betrekking tot vrije keuzes in het leven, en kunnen bijdragen aan de ontplooiing van de samenleving. In het laatste stadium noemt Ibn Baja de mentale intuïtie (al-hads al-‘aqli) als het hoogste doel van het individu om geluk, vreugde en opgewektheid te bereiken. Door deze drie elementen met elkaar te combineren, tracht Ibn Baja om vorm te geven aan zijn humanistische visie op het leven van de vrije mensen. Sterker nog, hij probeert in zijn politieke project Tadbir al-mutawhhid (het bestuur van de alleenstaande) mensen met elkaar te verbinden door vriendschap en niet door religie. Ibn Baja wilde hiermee in een tijd van oorlog een brug slaan tussen interreligieuze en interculturele groeperingen.
Ibn Tufayl is te beschouwen als de belangrijkste grondlegger van het islamitisch humanisme in Andalusië tijdens de middeleeuwen. In zijn verhaal De allegorie van Hayy Ibn Yaqzan (een verhandeling over de oosterse wijsheid) beschrijft hij hoe het kindje Hayy in het eilandje is opgegroeid zonder de invloed van doctrine of van zijn omgeving. Het verhaal toont het vermogen van de menselijke intelligentie om zelfstandig kennis te verwerven van de fysieke wereld. Dit was de aanleiding voor Ibn Tufayl om te betogen dat de ‘waarheden’ die door filosofisch denken zijn ontdekt, in essentie niet verschillen van de ‘waarheden’ die in de sacrale tekst zijn geopenbaard (De allegorie van Hayy Ibn Yaqzan). Ibn Tufayl presenteert de verworven kennis als dynamisch en variërend. De dynamiek en variëteit van kennis blijken vooral uit het doorlopen van een systematische cyclus bestaande uit drie stappen: observeren, experimenteren en redeneren.
Naast zijn poging om de intra-religieuze dialoog in zijn tijd vorm te geven, door een brugfunctie te vervullen tussen filosofie en mystiek (ofwel tussen ratio en spiritualiteit), was hij ook druk bezig met het bevorderen van een interlevensbeschouwelijke dialoog in Spanje. Hij riep op tot tolerantie, wederzijdse acceptatie en wederzijds respect. In zijn verhaal de allegorie legt hij de nadruk op de humanistische kernbegrippen zoals kritisch denken, autonomie, ontplooiing en zelfstandigheid.
De Andalusische filosoof Ibn Rushd pleit in de 12e eeuw voor een allegorische en hermeneutische interpretatie van de koran. In zijn boek Geloof en wetenschap in de islam, betoogt hij dat de openbaring en de rede niet strijdig zijn met elkaar. Rede moet een cruciale plaats innemen in het interpretatieproces van de heilige tekst. Om vorm te geven aan verschillende interpretatielagen van de sacrale tekst, maakt Ibn Rushd onderscheid tussen drie interpretatie-methodieken. De eerste betreft de retorische methodiek die door de massa kan gebruikt worden. De tweede is de dialectische methodiek en kan gehanteerd worden door theologen. De derde methodiek, de koran allegorisch interpreteren, is bedoeld voor intellectuelen en filosofen. Vooral de laatste methodiek, biedt voor moslims meer ruimte om open te staan voor andere meningen en andere interpretaties binnen de nieuwe context.
Deze houding van Ibn Rushd tegenover andere interpretaties van de sacrale tekst moet begrepen worden binnen de context van de stad Cordoba in de twaalfde eeuw, waarin de aanhangers van de letterlijke interpretatie van de koran meer te zeggen hadden. Ibn Rushd, de vrije denker, verdedigt via deze weg zijn liberale opvattingen met betrekking tot de interpretatie van de koran en verdedigt de positie van de vrouw; zij moet in de gelegenheid zijn om deel te nemen aan alle facetten van de samenleving. De man is niet superieur; man en vrouw zijn gelijk. Ibn Rushd was groot voorstander voor de vrijheid van meningsuiting, en verzoekt de gouverneur van Cordoba dan ook om hier meer ruimte voor te bieden en sociale rechtvaardigheid toe te passen. Burgers moeten in staat zijn om een eigen mening te formuleren, ook als ze het niet eens zijn met de uitspraken van theologen of rechtsgeleerden. Ibn Rushd, was ook een voorstander van het interlevensbeschouwelijke dialoog en riep op tot tolerantie om de harmonie en veiligheid van de islamitische samenleving in Andalusië te waarborgen. Daarbovenop verdedigde hij het recht van onderdanen om in opstand te komen tegen tirannieke heersers uit zijn tijd.
Dit is een verdieping bij de tekst Islam en Humanisme. Om terug te keren naar dit venster, klik hier.