+

Leeswijzer

Historisch opgebouwd via vensters en werken

 

Vensters

De Canon is historisch opgebouwd via ‘vensters’. Vensters geven een belangrijke periode of ontwikkeling in de geschiedenis van het humanisme weer en vormen de ‘ingang’ in de Canon. Deze vensters vindt u op de homepagina. U ziet linksboven de oudste periode (het venster ‘Paideia’) en rechtsonder de jongste (het venster ‘Humanisme nu’).

 

Werken

In ieder venster vindt u diverse ‘werken’. Dit zijn exemplarische boeken, films, strips, wetten, personen en kunstwerken binnen het venster. In het venster ‘Existentialisme’, vindt u bijvoorbeeld de werken ‘De mythe van Sisyphus’ van Camus, ‘Het existentialisme is een humanisme’ van Sartre en ‘De tweede sexe’ van De Beauvoir.

 

Zoeken

Mocht u specifiek naar iets op zoek zijn dan kunt u de zoekfunctie gebruiken, bovenaan de pagina. 

 

Frantz Fanon

                                   Frantz Fanon. 

 

Hoewel Frantz Fanon slechts 36 jaar oud mocht worden, heeft hij grote invloed gehad op het postkoloniale denken. Hij was psychiater, filosoof en antikoloniaal activist. Zijn leven en werk geven een inkijk in het dehumaniserende effect van het kolonialisme.

In wat ooit Frans West-Indië was, werd Fanon opgevoed met de idealen van de Franse Republiek. Vanaf zijn achttiende kwam hij erachter dat deze idealen voor hem, als zwarte man, niet veel waarde hadden. Gebroken maar strijdbaar sprak hij zich uit over de effecten van het koloniale systeem, die hij aan den lijve had ondervonden. Het wereldbeeld waarop dit koloniale systeem was gebouwd had, volgens Fanon, grote schade toegebracht aan zowel de witte als de zwarte mens. Pas met het omverwerpen van het koloniale denken kon de mens verder: met een radicaal antiracistisch humanisme. Fanon heeft ons achtergelaten met een opdracht: het dekoloniseren van onze maatschappij en bevrijden van de mensheid als geheel.

 

Uit vruchtbare grond

De familie Fanon behoort op Martinique tot de middenklasse. Zijn vader, Félix Casimir Fanon, werkt bij de douane en zijn moeder, Eléanore Médélice heeft haar eigen winkel. Frantz heeft een comfortabele jeugd. De Franse cultuur en literatuur zijn dominant in de tijd waarin Fanon opgroeit. Maar vanaf het moment dat hij les krijgt van de dichter Aimé Césaire raakt Fanon geïnspireerd door diens denkbeelden over het herstel van de culturele identiteit van de zwarte, gekoloniseerde mens. In plaats van het (gedwongen) overnemen van de cultuur en het gedrag van de witte kolonisator, zou de zwarte mens meer kennis moeten vergaren van de eigen Afrikaanse identiteit. Met deze boodschap in het achterhoofd gaat Fanon als zwarte, Franse man in dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gedurende zijn diensttijd wordt hij geconfronteerd met het diepgewortelde racisme in de Franse samenleving. Hij keert gedesillusioneerd terug naar huis.

 

De zoektocht naar het Zelf

Fanon studeert eerst op Martinique en later in Lyon in Frankrijk. Hij volgt lessen van Maurice Merleau-Ponty en maakt kennis met het werk van Jean-Paul Sartre. Als psychiatriestudent analyseert Fanon de effecten van het kolonialisme op de mens. Zijn studiebegeleiders vinden het echter te ‘subjectief en experimenteel’ als onderwerp voor zijn scriptie. In 1952 geeft hij zijn onderzoek toch uit, onder de titel Black Skin, White Masks. Fanon is dan 27 jaar.

In wat een van zijn belangrijkste boeken zou worden verkent hij, vanuit zijn perspectief en specialisme, het fundament van antizwart racisme. Hij beschrijft het als het beleven van een formatief trauma; de schokkende ervaring van gereduceerd kunnen worden tot object: een zwarte man, waarbij een ander je van buitenaf betekenis geeft.

Hij werpt licht op de systemische component van dit probleem door niet alleen racisme als symptoom te benoemen, maar juist het kolonialisme als oorzaak aan te wijzen. Het koloniale systeem had het nodig dat de zwarte en witte mens in een vooraf vastgestelde relatie met elkaar leefden. Die vaste rollen werkten beknellend, aldus Fanon; hij werd als zwarte man niet zomaar geaccepteerd – hoe zeer hij ook niet probeerde te lijken op de witte man. Tegelijkertijd constateerde Fanon dat hij, in die aanpassing, ook een deel van zichzelf kwijt was geraakt. Volgens Fanon kreeg de gekoloniseerde mens een identiteit opgelegd die zijn eigen zelfbeeld teniet deed. Het koloniale systeem had daarnaast niet alleen invloed op het hedendaagse bestaan van de gekoloniseerde, maar liet de gekoloniseerde ook achter met een verminkt verleden. De zwarte mens in het koloniale systeem werd een ‘gespleten’ mens, die zich steeds af bleef vragen wie die werkelijk was of kon zijn.

 

Revolutie en strijd

Tijdens zijn verblijf in Algerije, waar hij werkt als hoofd van een psychiatrisch ziekenhuis, breekt in 1954 de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog uit – een guerrilla-oorlog gericht op bevrijding van de Franse koloniale machthebber. Hij ziet met eigen ogen het trauma, veroorzaakt door deze extreme vorm van koloniaal geweld. De Franse troepen die zijn gestuurd om de opstand neer te slaan plegen mensenrechtenschendingen. Fanon ziet in zijn ziekenhuis patiënten van beide zijden, die zijn getraumatiseerd als gevolg van deze bloedige oorlog. In zijn werk ziet hij ook dat er veel vooroordelen bestaan over patiënten van kleur. Hij komt tot de conclusie dat hij niets kan doen behalve het omverwerpen van de bron van het geweld: het kolonialisme. Hij verlaat het ziekenhuis en vertrekt in 1956 naar Tunis, waar hij een psychiatrische kliniek opricht, de eerste in Afrika waar patiënten ook een dagbehandeling kunnen krijgen. Hij sluit zich aan bij de antikoloniale beweging en spant zich via zijn behandelingen actief in om tegenwicht te bieden aan het dehumaniserende karakter van het leven in de kolonie.

 

Naast zijn werk als psychiater, blijft Fanon sterk betrokken bij het dekoloniseren van Algerije en later geheel Afrika. Hij is ervan overtuigd dat een systeem dat de mens zoveel geweld heeft toegebracht, alleen met geweld aan zijn einde kan komen. Dit maakt dat de boodschap van Fanon niet overal met enthousiasme wordt ontvangen. In 1959 overleeft hij ternauwernood een aanslag op zijn leven. In die tijd staan voorstanders op van een geweldloze revolutie, Fanon daarentegen waarschuwt voor nieuwe vormen van afhankelijkheid van de oude machthebbers en ongelijkheid in de postkoloniale samenleving. Hierin heeft hij helaas gelijk gekregen: nog altijd is er sprake van ongelijkheid tussen landen met een koloniaal verleden en Europa.

 

Nieuw licht

Tegenwoordig is er veel aandacht voor de wisselwerking tussen het lichaam en de omgeving en wat het met een mens doet, wanneer die niet is wat men verwacht. Ook het debat rondom dekolonisatie wordt nog volop gevoerd. Nu ‘de kolonie’ als concept niet meer bestaat, groeit het bewustzijn van de effecten van de koloniale tijd. Het werk van Frantz Fanon is een manier om de erfenis van 400 jaar kolonisatie te verkennen. Terwijl veel wetenschappers zich richten op educatie, vertegenwoordiging en sociale rechtvaardigheid, had Frantz Fanon een invalshoek die nog steeds actueel is: de bevrijding van de mens in het zwarte lichaam.

 

Jaren na zijn overlijden publiceerde de filosoof Judith Butler over hoe overtuigingen in de maatschappij het individu kunnen beperken. Hoewel het werk van Butler zich richt op gender en zo een ander beginpunt heeft, is er een belangrijke overeenkomst. Zowel Butler als Fanon herkenden dat een systeem het gedrag van het individu beïnvloedt; een persoon verliest de vrijheid het ware zelf te uiten en past zichzelf aan aan wat de omgeving verwacht. Voor Frantz Fanon ging het om het koloniale systeem dat, om te kunnen functioneren, zwarte levens ‘geordend’ moest houden, zodat het individu, inclusief diens mogelijkheden, afhankelijk was van een ander.

 

Zijn oorspronkelijke benadering, gericht op bevrijding uit een alomvattend systeem, is nog steeds inspirerend, omdat hij door de ogen van een  psychiater keek en dus zijn kennis van de mens gebruikte om naar de wereld te kijken. Zijn analyse over de impact van een systeem op verhoudingen in de samenleving biedt een perspectief waarmee wij kunnen proberen de wereld te begrijpen en – hopelijk – verbeteren.