+

Leeswijzer

Historisch opgebouwd via vensters en werken

 

Vensters

De Canon is historisch opgebouwd via ‘vensters’. Vensters geven een belangrijke periode of ontwikkeling in de geschiedenis van het humanisme weer en vormen de ‘ingang’ in de Canon. Deze vensters vindt u op de homepagina. U ziet linksboven de oudste periode (het venster ‘Paideia’) en rechtsonder de jongste (het venster ‘Humanisme nu’).

 

Werken

In ieder venster vindt u diverse ‘werken’. Dit zijn exemplarische boeken, films, strips, wetten, personen en kunstwerken binnen het venster. In het venster ‘Existentialisme’, vindt u bijvoorbeeld de werken ‘De mythe van Sisyphus’ van Camus, ‘Het existentialisme is een humanisme’ van Sartre en ‘De tweede sexe’ van De Beauvoir.

 

Zoeken

Mocht u specifiek naar iets op zoek zijn dan kunt u de zoekfunctie gebruiken, bovenaan de pagina. 

 

Henriette Polak

Henriette Polak in 1917. Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Henriette_Polak#/media/Bestand:1917_Polak-Schwarz.jpg

 

Jeugdjaren en Familie

Henriette werd geboren in 1893 in een welgesteld gezin te Zutphen. Ze was de oudste van vier kinderen. Haar vader, Levi (Leopold), stichtte in 1889 in Zutphen een fabriek voor de productie van ‘Vrucht-Aroma’s, Giftvrije Verfstoffen en Aetherische Oliën’. Samen met zijn zwager Joseph Polak leidde hij het bedrijf, dat later bekend zou worden als Polak & Schwarz’s Essence-Fabrieken.

In 1896 verhuisde de fabriek naar Zaandam, maar bleef de familie in Amsterdam wonen. De Schwarz-familie was lid van Nederlands-Israëlitische Gemeenschap, maar zij waren niet religieus en leefden volgens de joods-liberale traditie. Deze achtergrond zou Henriettes latere humanistische overtuigingen beïnvloeden.

Henriette volgde onderwijs aan de HBS voor meisjes in Amsterdam, waar ze in 1911 als jongste van haar klas afstudeerde. Later behaalde ze haar diploma aan de School voor Maatschappelijk Werk, waardoor ze een bredere kijk kreeg op menselijke verhoudingen. In 1917 trouwde ze met Leonard Polak, een rechtsfilosoof verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.

Het paar vestigde zich aan de Keizersgracht en kreeg drie dochters. Na het overlijden van Henriettes vader in 1920, werd Leonard aangesteld als president-commissaris van het familiebedrijf, dat inmiddels flink was gegroeid. In 1928 werd hij hoogleraar in Groningen en verhuisde het gezin naar de wijk Helpman, waar ze de villa Euthymia betrokken. Hier ontplooide Henriette zich als een vooraanstaande gastvrouw in wetenschappelijke en culturele kringen.

 

Oorlogsjaren en Verlies

Met de Tweede Wereldoorlog brak een gitzwarte periode aan voor de familie Polak-Schwarz. Na de Duitse invasie slaagde het gezin, zoals veel Joden, er niet in naar Engeland te vluchten. In november 1940 werden alle joodse ambtenaren door de bezetter ‘ontheven van de waarneming hunner functie’.

Henriettes man Leonard Polak, die al lange tijd een uitgesproken tegenstander was van het nationaalsocialisme, werd op 15 februari 1941 door de Sicherheitsdienst ontboden en vervolgens gearresteerd in Groningen, waar zij toentertijd verbleven. Hij werd in 1941 vermoord in vernietigingskamp Sachsenhausen.

Dochter Jetteke studeerde medicijnen, maar haar studie werd ruw onderbroken. Jetteke vond net als Henriettes moeder en zus Ella de dood in Duitse vernietigingskampen.

In 1943 vond in Amsterdam de grote razzia plaats, waarbij 5.542 joden werden opgepakt en gedeporteerd. Henriette werd gearresteerd en gedeporteerd naar Westerbork. Een week later werd ze vrijgelaten dankzij de tussenkomst van het familiebedrijf. In 1944 lekte het nieuws uit dat alle overgebleven Joden alsnog zouden worden gedeporteerd. Henriette dook onder tot het eind van de oorlog en overleefde zo, samen met haar oudste en jongste dochter, de oorlog. 

 

Patrones van het Humanisme

Het enorme verlies dat Henriette had geleden in de oorlog, blokkeerde haar niet. In tegendeel, de rest van haar leven heeft Henriette zich ingezet voor haar idealen, voor kunst, cultuur en het humanisme. Dankzij haar inzet en financiële steun kwamen vele initiatieven van de grond. Zo richtte zij de Leo Polakstichting op, waarmee studenten in de Filosofie en Psychologie financieel gesteund werden. Haar passie voor cultuur maakte haar ook patrones van muziekgezelschappen. In de jaren zestig richtte zij met kunstenaar Joop Sjollema een stichting op om een collectie moderne kunst op te kopen. Deze collectie vormde de start van het huidige Henriette Polak Museum in Zutphen.

Vanaf het begin was Henriette betrokken bij het georganiseerd humanisme. In 1946 werd ze bij de oprichting van het Humanistisch Verbond lid van het hoofdbestuur, wat ze tot 1957 zou blijven. In dezelfde tijd hielp ze buitenkerkelijke senioren aan tehuizen dankzij de ‘Humanistische Stichting tot Huisvesting van Bejaarden’, waarvan ze tot 1972 secretaris was.

 

Henriette Polak zal voor altijd verbonden zijn met veerkracht, idealisme en vrijgevigheid. Heel haar leven zette zij zich in voor haar medemens. Toen ze tachtig werd, schreef de Humanist, het tijdschrift van het Humanistisch Verbond:

 

“Ze organiseert huislezingen, muziekavonden, stimuleert activiteiten, maakt ontwikkelingen mogelijk. Ongeteld velen heeft zij geholpen zich te ontplooien, brede kringen om zich heen heeft zij in haar gastvrijheid onvergetelijke uren geboden. Het Humanistisch Verbond is één van die kringen waarin zij, met toewijding aan het beginsel en aan de doeleinden, mogelijkheden heeft geschapen voor uitbouw en ontwikkeling. Niet alleen was zij daarbij een middelpunt van stralende bijeenkomsten en evenementen – ook in het noeste stille werk van secretariaatsbezigheden deed zij haar plicht. Wij kunnen onze erkentelijkheid voor haar aandacht, haar toewijding en haar solidariteit op deze plaats tegen haar uitspreken. Zij zal er helemaal niet op gesteld zijn. Maar zo nu en dan moeten wij wel eens onder woorden brengen welke erkentelijkheid wij gevoelen voor een gezindheid die zich wijdt aan zaken van wezenlijk belang. De middelen die zij verschaft aan projecten die van betekenis zijn, worden met gretigheid aangewend, maar de geest waarin die bijstand, die hulp, die solidariteit wordt geleverd vervult ons werkelijk met diep respect.”