De Humanistische Canon is een initiatief van het Humanistisch verbond. Wil je ons steunen? Klik dan op onderstaande knop.
Historisch opgebouwd via vensters en werken
De Canon is historisch opgebouwd via ‘vensters’. Vensters geven een belangrijke periode of ontwikkeling in de geschiedenis van het humanisme weer en vormen de ‘ingang’ in de Canon. Deze vensters vindt u op de homepagina. U ziet linksboven de oudste periode (het venster ‘Paideia’) en rechtsonder de jongste (het venster ‘Humanisme nu’).
In ieder venster vindt u diverse ‘werken’. Dit zijn exemplarische boeken, films, strips, wetten, personen en kunstwerken binnen het venster. In het venster ‘Existentialisme’, vindt u bijvoorbeeld de werken ‘De mythe van Sisyphus’ van Camus, ‘Het existentialisme is een humanisme’ van Sartre en ‘De tweede sexe’ van De Beauvoir.
Mocht u specifiek naar iets op zoek zijn dan kunt u de zoekfunctie gebruiken, bovenaan de pagina.
Giovanni Pico della Mirandola (1463 – 1494) is de auteur van één van de belangrijke traktaten uit de Renaissance: Oratio de Hominis Dignitate ofwel: Oratie over de menselijke waardigheid. Vanuit een diepgelovig perspectief, introduceert hij de mens als een zich vrij vormend wezen. Zijn Oratie wordt als één van de belangrijkste fundamenten van het humanisme beschouwd.
Pico wordt geboren in een adellijke familie in het Italiaanse stadje Mirandola. Al op jonge leeftijd – 14 jaar – gaat hij kerkelijk recht studeren. Omdat dit hem niet bevredigt, breidt hij zijn studies uit met theologie en filosofie. Ook leert hij Grieks, Latijn, Hebreews, Arabisch en Syrisch. Hij studeert aan meerdere universiteiten in Italie en Frankrijk. Zijn doel is het verenigen van alle dan beschikbare kennis in één grote waarheid. Hoewel Pico vanaf de 19e eeuw bekendheid geniet als humanist en bepleiter van de menselijke vrijheid, is het goed om te beseffen dat Pico vooral een mystiek denker was. Het uiteindelijk doel van de mens is de eenheid met God.
The Childhood of Pico della Mirandola door Paul Delaroche in Musee des Beaux-Arts (Nantes, France)(1842)
Pico is een leerling van een andere grote Renaissance-denker: Marsilio Ficino. Ficino had de werken van Plato in het Latijn vertaald en wilde een diep religieus besef met het Platonisme verenigen (Neoplatonisme). Voor Neoplatonisten kan het goddelijke ook hier op aarde en vooral in de menselijke ziel gevonden worden. Neoplatonisten gaan ervan uit dat God zijn uitstraling op de wereld heeft. Pico vertolkt dit inzicht door vooral de uitstraling op de mens te benadrukken. Neoplatonisten hebben in de beginfase van de humanistische filosofie van de Renaissance grote invloed uitgeoefend op latere denkers.
Pico is pas 24 jaar als hij op basis van zijn studies 900 thesen schrijft; de Conclusiones. Het is een combinatie van klassieke, christelijke, joodse en islamitische bronnen, inclusief mystieke en kabbalistische wijsheden. In Rome wil hij een grote conferentie organiseren en zijn thesen met de christelijke geleerden van zijn tijd bespreken. Op weg naar Rome lijkt het hem verstandig om zijn Conclusiones vooraf te laten gaan door een korte rede, de nu zo beroemde Oratio. Maar intussen zijn zijn thesen al in druk en verspreiden zich in Rome, waar ze door Paus Innocentius VIII als ketters worden beschouwd. Pico schrijft nog een Apologie, maar het mag niet baten. Het grote publieke debat waar hij op hoopte gaat niet door, zijn geschriften worden door de Paus verboden en hij wordt korte tijd gevangen gezet.
In de Oratio geeft Pico weer dat God een dilemma had. Hij had de hele wereld geschapen en alle wezens een eigen plek gegeven. God wilde nog een wezen creëren dat al het schoons kon aanschouwen maar er was geen ruimte meer.
“Want alle plaatsen waren vol, ze waren alle uitgedeeld aan de hoogste, de middelste en de laagste rangen.”
“Het bovenhemelse gebied had hij met Geesten (of Ideeën) getooid; met eeuwige zielen de etherische sferen verlevendigd; de delen der benedenwereld vol uitwerpselen, droesem en bezinksel had hij met een menigte dieren van allerlei soort bevolkt. Toen de Schepper dit alles echter voltooid had, wenste Hij dat er iemand was die de structuur van zo’n geweldig werk kon overwegen, de schoonheid ervan kon beminnen en de grootheid bewonderen.”
“En tenslotte besloot de algoede Schepper dat degeen aan wie Hij niets aparts, niets eigens geven kon, beschikken zou over het totaal van wat afzonderlijk aan ieder schepsel was geschonken.”
Dat werd de mens. God geeft Adam dan ook de vrijheid om zichzelf te bepalen:
“Wij hebben u, o Adam, geen bepaalde woonplaats, geen eigen aangezicht, geen enkele speciale taak gegeven, opdat u die woonplaats, dat aangezicht en die taak die u verkiest, verwerven en bezitten zult naar uw eigen wil en wens. Voor alle andere wezens is de natuur vastomlijnd en binnen de door ons voorgeschreven wetten beperkt. U zult die voor uzelf bepalen, door geen grenzen belemmerd, naar eigen vrije wil, waaraan ik u heb toevertrouwd.”
Pico meent dat deze vrijheid gebruikt moet worden om het hoogste te bereiken.
“Laat in ons hart een heilige eerzucht dringen, zodat we, niet met het middelmatige tevreden, naar het hoogste haken en er met alle kracht naar streven dat te bereiken; want dat kunnen we, wanneer we willen […] Dan zal Dionysos in zijn mysteriën […] ons, terwijl we filosoferen het onzichtbare van God tonen en ons dronken maken met de overvloedige rijkdom van Zijn woning.”
Zeer belangrijk is dat met de ‘sacralisering (heilig maken) van de persoon’ ook de menselijke cultuur in het licht van een goddelijke betekenis komt te staan. De producten van het menselijke handelen – vooral producten die de geest en vrijheid van de mens tot uitdrukking brengen – worden in deze beweging meegenomen. Zo komt het dat bij Pico filosofische en theologische reflecties de hoogste uitdrukking van menselijke waardigheid zijn. Vandaar ook de bestudering van de culturele verscheidenheid die de mens heeft geproduceerd. Pico della Mirandola kan worden gezien als één van de grondleggers van de menswetenschappen. Een paar eeuwen later zal Giambattista Vico in zijn Scienza Nuova de menswetenschappen een systematische vorm geven, maar bij Pico wordt een eerste stap gezet.
De bewondering van Pico voor de menselijke cultuur is van enorme betekenis voor de openheid van het humanistische denken van de Renaissance ten aanzien van vreemde culturen. De mens is volgens Pico niet gedetermineerd en het product van zijn denken is een bewijs voor zijn vrijheid. Maar achter de uitingen van die vrijheid gaat een eeuwige waarheid schuil. Het idee van tolerantie en ruimdenkendheid dat we later bij Erasmus geformuleerd vinden, is hier op terug te voeren.
Het leven van Pico is een voorbeeld van deze intellectuele openheid en interesse in culturele schatten. In de talloze werken die hij bestudeerde zocht Pico een verborgen waarheid, een glimp van een vergeten wijsheid, die eens de hele mensheid zou hebben toebehoord. De dialoog met vreemde tradities is de belangrijkste manier waarop de mens zijn eigen waardigheid en de waardigheid van anderen tot uitdrukking kan brengen.
Deze openheid voor de wijsheid die de culturele uitingen van vergane volken herbergen, belette Pico niet zijn hele leven in het teken te zetten van het christendom. Hij was ervan overtuigd dat alle wijsheden uit vreemde culturen uiteindelijk licht brachten op het christendom en de waarheid ervan ondersteunde. Waarschijnlijk is zijn vroege dood (31 jaar) het gevolg van zijn politieke steun aan de theocratische denkbeelden van Girolamo Savanarola. Hij stierf aan een hoge koorts die wellicht het gevolg was van een vergiftiging. Zijn denken brengt de grondstructuur tot uitdrukking van het confessioneel humanisme. Hier staan de mens en de producten van zijn vrijheid centraal. Maar juist in die waardigheid, vrijheid en openheid, herkent de confessionele humanist het sacrale aspect van de persoon.