+

Leeswijzer

Historisch opgebouwd via vensters en werken

 

Vensters

De Canon is historisch opgebouwd via ‘vensters’. Vensters geven een belangrijke periode of ontwikkeling in de geschiedenis van het humanisme weer en vormen de ‘ingang’ in de Canon. Deze vensters vindt u op de homepagina. U ziet linksboven de oudste periode (het venster ‘Paideia’) en rechtsonder de jongste (het venster ‘Humanisme nu’).

 

Werken

In ieder venster vindt u diverse ‘werken’. Dit zijn exemplarische boeken, films, strips, wetten, personen en kunstwerken binnen het venster. In het venster ‘Existentialisme’, vindt u bijvoorbeeld de werken ‘De mythe van Sisyphus’ van Camus, ‘Het existentialisme is een humanisme’ van Sartre en ‘De tweede sexe’ van De Beauvoir.

 

Zoeken

Mocht u specifiek naar iets op zoek zijn dan kunt u de zoekfunctie gebruiken, bovenaan de pagina. 

 

Martha Nussbaum

Martha Nussbaum verenigt twee kwaliteiten die zich maar zelden in een persoon laten verbinden. Zij is een internationaal erkend politiek denker. Maar daarnaast zet zij zich ook in de praktijk in voor sociale rechtvaardigheid wereldwijd, voor intensiever en respectvoller uitwisseling tussen culturen en continenten en voor een nieuwe moraal van wereldburgerschap. Recht op eigen levensovertuiging en respect voor die van anderen vormt het hart van deze moraal.

 

Tragedie en reflectie

De klassieken hebben Nussbaum door en door vertrouwd gemaakt met de grote tragedies die de menselijke conditie tekenen. Filosofie is voor haar in de eerste plaats de kunst om reflexief met fundamentele menselijke ambities en conflicten om te gaan. Door telkens vanuit een ander perspectief de interactie tussen tragedie en reflectie te belichten, slaagt Nussbaum er in om de breedte van de menselijke existentie en de diepte van tegenstrijdige emoties die zich daarbij aandienen voor het voetlicht te brengen. Tevens ontleent ze daaraan de kernthema’s waarmee ze filosofie en ethiek in gesprek brengt. Een heel scala aan menselijke strevingen komt zo tot leven en ook de risico’s die daarmee verbonden zijn en de obstakels die het streven naar een gelukkig leven dikwijls dwarsbomen. De titel van haar eerste en in mijn ogen mooiste boek, The Fragility of Goodness, ‘De broosheid van het goede’ (1986), geeft dit treffend aan.

 

Goede menselijke ontwikkeling

Doordrongen van deze visie op menselijke ontplooiing betrad Nussbaum vervolgens het terrein van de politieke filosofie – haar tweede kwaliteit – en ging zij, aanvankelijk in het kader van de Verenigde Naties, deelnemen aan internationale debatten over wat onder goede menselijke ontwikkeling behoort te worden verstaan. Zij verzette zich tegen de in haar ogen veel te smalle standaard van het Bruto Nationaal Product die door economen en beleidsmakers in de begin jaren ’90 als norm van ontwikkeling werd gehanteerd.

 

Evenzeer echter keerde ze zich tegen theorieën die menselijke ontwikkeling op de eerste plaats definiëren in termen van behoefte en afhankelijkheid of van nut en persoonlijke voorkeur. Samen met de econoom Amartya Sen ontwierp zij een nieuw concept van ontwikkeling dat bekendheid kreeg onder de naam Human Development Capability Approach (HDCA). Er bestaat geen goed Nederlands woord voor capability. De beste vertaling is ‘capaciteit in aanleg’.

 

De capabilities benadering

Nussbaums capabilities benadering cirkelt rond drie kernideeën.

  1. Elk mens wordt geboren als een kwetsbaar wezen vol mogelijkheden en talenten die ieder zelf tot ontwikkeling moet kunnen brengen om zo de mens te worden die hij of zij in aanleg is. 
    Anderen zijn daarbij onmisbaar, want zonder hun zorg, hulp, ondersteuning, vriendschap en liefde kan geen mens tot leven komen. Door de manier waarop anderen meeleven, beïnvloeden zij het al dan niet lukken van de ontwikkeling. Ieder mens blijft echter zelf verantwoordelijk voor dit proces. 
  2. Een goede samenleving is een samenleving die elk van haar leden in de gelegenheid stelt om zijn capaciteiten te ontplooien en die daarvoor ook de materiële, juridische, politieke en culturele voorwaarden schept, minstens tot een drempelniveau.
  3. Volgens Nussbaum – en daarin ligt haar belangrijkste onderscheid met Sen – kunnen de capabilities die fundamenteel zijn voor een volwaardig menselijk bestaan in tien punten worden ondergebracht. Daartoe behoren:

Mensen komen pas echt tot leven als ze deze potenties tot ontplooiing kunnen brengen. Cruciaal is dat ontplooiing alleen kan slagen als mensen tegelijkertijd de vrijheid kunnen ontwikkelen om zelf te kiezen hoe ze hun capaciteiten vorm geven. Menswaardige ontwikkeling staat of valt met deze vrijheid. Daarom wordt vrijheid wel de basis capability genoemd. Door vrijheid zo centraal te stellen maakt Nussbaum niet alleen ruimte voor een grote variëteit aan levenskeuzen en levensstijlen, zowel op individueel als op cultureel niveau, maar maakt zij tevens inzichtelijk waarom de manier waarop de capabilities gestalte krijgen principieel pluriform is. Een rijke diversiteit aan levensstijlen en culturen maakt dus de essentie uit van een humane samenleving. Vandaar haar stelling: ‘Pluralisme en respect voor verschil zijn in zichzelf universele waarden.’

 

Toepassingen

De capabilities benadering geeft, aldus Nussbaum, overheden en beleidsmakers een instrument in handen om de samenleving te humaniseren. Ook in de jaarlijks verschijnende Human Development Reports van de Verenigde Naties is de invloed van deze benadering herkenbaar aanwezig. Maar de implicaties van de capabilities benadering heeft Nussbaum zelf het meest overtuigend uitgewerkt voor het gebied van educatie en onderwijs enerzijds en om het recht van vrouwen op een volwaardige ontwikkeling kracht bij te zetten anderzijds.

 

Haar boeken Cultivating Humanity (1997) en Not For Profit. Why Democracy Needs the Humanities (2010) bevatten een scherpe kritiek op het huidige, door economisch nut geleide onderwijssysteem, met name in Amerika, en geven talrijke concrete suggesties hoe onderwijs en opvoeding een centrale rol kunnen spelen in de vorming tot menselijkheid en wereldburgerschap. Women and Human Development (2000), het boek waarin de capabilities benadering voor het eerst systematisch uiteen werd gezet, en Sex and Social Justice (1998) illustreren het tweede aandachtsgebied.

 

Samen met Amartya Sen is Nussbaum de stichter van de Human Development Capability Association, een internationaal interdisciplinair samenwerkingsverband waarin mensen uit allerlei disciplines wereldwijd samenwerken.

Internationaal humanisme

Hoewel er al meer dan vijftig jaar internationale humanistische organisaties bestaan, is er nauwelijks sprake van zoiets als een internationaal humanisme. Aanhangers van humanisme vindt men op dit moment vooral in Europa, de Verenigde Staten en India. Organisaties elders in de wereld zijn over het algemeen erg klein. Mocht men al spreken over wereldhumanisme, dan zijn daarin verschillende groepen te onderscheiden, veelal afhankelijk van de positie die de godsdienst in de samenleving inneemt.

 

Verschillen per land

In Nederland en België staat vooral het pluriforme humanisme centraal, waar zowel atheïstische als agnostische als religieuze humanisten onder kunnen vallen. Men is met name gericht op zingeving en humanisering. In de Scandinavische landen worden niet-godsdienstige diensten aangeboden in plaats van kerkelijke rituelen, bijvoorbeeld huwelijken. Het Engelse en Amerikaanse humanisme wordt doorgaans gekenmerkt door een groot vertrouwen in de rede en wetenschap. Op dit moment is in de Verenigde Staten het Center for Inquiry (CFI), opgericht door de filosoof en uitgever Paul Kurtz, de meest krachtige organisatie. Het CFI ijvert in de VS en daarbuiten voor een seculier humanisme. Sinds kort bestaat er ook een Nederlands CFI. Religieus humanisme vind je in Nederland en in de Engelstalige landen. In India en door kleinere Aziatische organisaties wordt het rationele en atheïstisch gestempelde humanisme ingezet tegen bijgeloof. In de gebieden waar de kerk machtig is, zoals in Zuid-Europa, VS en India zijn de organisaties meestal fel antigodsdienstig.

 

Internationaal georganiseerd

Ongeacht de verschillen per land bestaat er wel een minimum statuut voor humanisme waarover in 1996 de International Humanist and Ethical Union (IHEU), opgericht in 1952, het eens was:

‘Humanisme is een democratische en ethische levensbeschouwing die bevestigt dat menselijke wezens het recht en de verantwoordelijkheid hebben om zin en vorm aan hun eigen leven te geven, Het staat voor het opbouwen van een meer menselijke samenleving door een ethiek die gebaseerd is op menselijke en andere natuurlijke waarden in een geest van rede en vrij onderzoek door middel van menselijke vermogens. Het is niet theïstisch en het aanvaardt geen bovennatuurlijke opvattingen over de werkelijkheid.’

Zo’n honderd humanistische organisaties in meer dan dertig landen hebben zich, ondanks hun verschillen, aangesloten bij de IHEU. Naast de vertegenwoordiging bij allerlei internationale organisaties zet de IHEU in op het bewaken van mensenrechten, vooral in landen als India en Pakistan, die in het gedrang komen door fundamentalistische godsdiensten. In 2002 werd ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de IHEU de zogenaamde Amsterdamse Declaratie opgesteld, waarin de grondbeginselen van het internationaal georganiseerde humanisme zijn vastgelegd. Sleutelbegrippen hierin zijn:

 

Daarnaast bestaat er sinds 1991 de European Humanist Federation (EHF), waar veel Europese humanistische organisaties lid van zijn geworden. De EHF behartigt de belangen van de humanisten binnen de Europese Unie.