+

Leeswijzer

Historisch opgebouwd via vensters en werken

 

Vensters

De Canon is historisch opgebouwd via ‘vensters’. Vensters geven een belangrijke periode of ontwikkeling in de geschiedenis van het humanisme weer en vormen de ‘ingang’ in de Canon. Deze vensters vindt u op de homepagina. U ziet linksboven de oudste periode (het venster ‘Paideia’) en rechtsonder de jongste (het venster ‘Humanisme nu’).

 

Werken

In ieder venster vindt u diverse ‘werken’. Dit zijn exemplarische boeken, films, strips, wetten, personen en kunstwerken binnen het venster. In het venster ‘Existentialisme’, vindt u bijvoorbeeld de werken ‘De mythe van Sisyphus’ van Camus, ‘Het existentialisme is een humanisme’ van Sartre en ‘De tweede sexe’ van De Beauvoir.

 

Zoeken

Mocht u specifiek naar iets op zoek zijn dan kunt u de zoekfunctie gebruiken, bovenaan de pagina. 

 

Verlichting

De Verlichting is een intellectuele stroming die tot bloei komt in de 17e en 18e eeuw in Europa. Verlichtingsdenkers zetten zich af tegen kerk en autoriteiten. Zij willen de wereld in vrijheid bestuderen en de samenleving opnieuw inrichten. De term Verlichting verwijst naar het licht der rede dat schijnt in de duisternis van de Middeleeuwen.

 

Uittreden uit onwetendheid

De filosoof Immanuel Kant schreef in 1784 een kort essay waarin hij onderzoekt wat de Verlichting inhoudt. Hij concludeert dat Verlichting betekent dat mensen zichzelf met behulp van de rede uit hun zelfopgelegde onwetendheid moeten trekken en dat er moed voor nodig is om de rede toe te passen. Kant spoort aan tot een verdere Verlichting met de gevleugelde Latijnse woorden: Sapere aude, Durf te weten. De Verlichting is een proces van secularisering. Religie wordt in verschillende gradaties buiten het domein van ethiek, politiek en wetenschap geplaatst. De rol van religie op het gebied van de moraal en wetenschap wordt teruggedrongen. Religiekritiek is een van de pijlers van de Verlichting.

 

Afbeelding: Voorblad van de Encyclopédie van Diderot en D’Alembert

 

Kritiek en constructie

De Verlichting kent een kritische en een constructieve zijde. De kritische zijde bekritiseert geïnstitutionaliseerd geloof en onredelijkheid. De constructieve kant gaat over het zoeken naar nieuwe kennis, vooral wetenschappelijke kennis, en naar nieuwe samenlevingsvormen met als idealen rechtvaardigheid, democratie en mensenrechten. Tolerantie voor ideeën en strijd tegen onderdrukking zijn twee kernwaarden van de Verlichting. Beide elementen komen naar voren in het magnus opus van de Verlichting, de Encyclopédie of beargumenteerd woordenboek van de wetenschappen, kunsten en beroepen (1751-1772/80) onder redactie van Dennis Diderot en Jean D’Alembert. De Encyclopédie was bedoeld om alle tot dan toe beschikbare menselijke kennis te verzamelen. Het werd dan ook een groots project. 

 

De radicale en gematigde Verlichting

De hedendaagse Britse historicus Jonathan Israel maakt een onderscheid tussen de vroege, radicale Verlichting, waar Spinoza de belangrijkste vertegenwoordiger van is, en de gematigde Verlichting. In de gematigder versie is religie gemoderniseerd en verwaterd, maar wordt het niet gezien als een direct opstakel voor vooruitgang. De radicale Verlichting, daarentegen, is een a- en anti-religieuze, atheïstische stroming. Vrijdenkers en seculier-humanisten, zoals Paul Kurtz, plaatsen zich expliciet en nadrukkelijke in de traditie van de radicale Verlichting. Het georganiseerd humanisme, van bijvoorbeeld het Humanistisch Verbond en Humanitas, staat eerder in de traditie van de gematigde Verlichting.

 

Humanisme, Verlichting en de rede

De Verlichting volgt op de Wetenschappelijke Revolutie en de explosieve toename van kennis sinds de 16e eeuw. De moderne westerse wereld, die steunt op wetenschap en technologie enerzijds en mensenrechten en democratie anderzijds, gaat rechtstreeks terug op de traditie van de Verlichting. Soms worden oorlogen en verschrikkingen van de Holocaust echter juist toegedicht aan de idealen van de Verlichting. 

 

De hedendaagse Engelse filosoof Anthony Grayling ziet de antieke wereld, de Renaissance, de Verlichting, de wetenschappelijke revolutie en tot slot het hedendaagse mensenrechtendiscours als loten van dezelfde, humanistische, stam, waarbij het individu en de rede centraal staan.