+

Leeswijzer

Historisch opgebouwd via vensters en werken

 

Vensters

De Canon is historisch opgebouwd via ‘vensters’. Vensters geven een belangrijke periode of ontwikkeling in de geschiedenis van het humanisme weer en vormen de ‘ingang’ in de Canon. Deze vensters vindt u op de homepagina. U ziet linksboven de oudste periode (het venster ‘Paideia’) en rechtsonder de jongste (het venster ‘Humanisme nu’).

 

Werken

In ieder venster vindt u diverse ‘werken’. Dit zijn exemplarische boeken, films, strips, wetten, personen en kunstwerken binnen het venster. In het venster ‘Existentialisme’, vindt u bijvoorbeeld de werken ‘De mythe van Sisyphus’ van Camus, ‘Het existentialisme is een humanisme’ van Sartre en ‘De tweede sexe’ van De Beauvoir.

 

Zoeken

Mocht u specifiek naar iets op zoek zijn dan kunt u de zoekfunctie gebruiken, bovenaan de pagina. 

 

Paideia

De Grieken
De vorming en ontwikkeling tot volledig mens

Humanitas

De Romeinen
Beschaafd, ontwikkeld en humaan zijn als opdracht en ideaal

Renaissance

14e - 16e eeuw
De oudheid herboren

Bijbels humanisme

15e en 16e eeuw
De behoefte om de bijbel goed, kritisch en nieuw te lezen

Boekdrukkunst

ca. 1441
De verspreiding van kennis en emancipatie van de burger

Wetenschappelijke revolutie

15e, 16e, 17e eeuw
Goed waarnemen, logisch denken, nieuwe instrumenten

Ketters

vanaf 11e eeuw
Een gevaar voor kerk en koning

Verlichting

17e en 18e eeuw
Het licht van de rede gaat schijnen

Mensenrechten

17e eeuw tot nu
Fundamentele rechten voor ieder individu

Weimar Humanisme

18e en 19e eeuw
Persoonsvorming en kosmopolitisme: De Duitse Renaissance van vorming, kunst en cultuur

18e en 19e eeuw humanisme

17e eeuw tot nu
Tussen wetenschap en romantiek

Liberalisme

19e eeuw
Burgers streven naar vrijheid

Het Vrijdenken

19e en 20e eeuw
Van individuele daad naar beweging

Atheïsme

o.a. 18e en 19e eeuw
Het bestaan van God wordt afgewezen

Sociale Bewegingen

19e en 20e eeuw
Vrouwenbeweging en arbeidersbeweging verbreden het humanisme

Geesteswetenschappen, de interpreterende mens

19e en 20e eeuw
De mens als interpreterend en betekenisgevend wezen

Secularisering

19e eeuw - heden
Het verdwijnen van religie en haar 'terugkeer' in de globaliserende wereld.

Verzet tegen dictatuur

Het interbellum
Radicalisering tussen WOI en WOII en de roep om waakzaamheid

Auschwitz

na WOII
De oorlog vernietigt het vertrouwen; een nieuwe taal is nodig

Existentialisme

20e eeuw
Wat betekent het voor mij om mens te zijn?

Internationaal humanisme

1952
Wereldhumanisme tussen de religies

Georganiseerd humanisme

20e eeuw
Na en in reactie op WOII worden Humanitas en het HV opgericht

20e eeuw humanisme

20e en 21e eeuw
Seculier en religieus?

Humanistische psychologie

Halverwege 20e eeuw
Zelfactualisatie, betekenis, creativiteit

Humanismekritiek

Jaren 60, 70 en 80
Aandacht voor de blinde vlekken van het humanisme

Spiritualiteit

Toen en nu
Ruimte voor meer?

Humanistische Praktijken

Heden
Wat humanisten doen

Belangrijke werken

Levensbeschouwing

Heden
Humanisme als levensbeschouwing

Levensbeschouwing & politiek

Heden
Een complexe grens. Humanistische thema's in de politiek

Levenskunst

Jaren 60, 70 en 80 tot heden
Een morele traditie van zelfzorg wordt herontdekt

Geestelijke weerbaarheid

Heden
Tussen Veerkracht, Wil en Zingeving

Belangrijke werken

Duurzaamheid en humanisme

Heden
Wat is duurzame ontwikkeling?

Belangrijke werken

Islam en humanisme

Heden
Het debat over humanisme en islam binnen de westerse context

18e en 19e eeuw humanisme

17e eeuw tot nu
Tussen wetenschap en romantiek
'Als reactie op de Verlichting en het 'kille rationalisme', legt de Romantiek de nadruk expliciet op de subjectieve beleving, het eigen innerlijk en de daar aanwezige emoties.'
Auteur(s) van dit venster - Dr. Jeroen Vanheste

In het einde van de 18e en 19e eeuw doen zich twee ontwikkelingen voor in het Europese denken, die allebei zorgen voor een afbuiging van het humanisme. Aan de ene kant wordt sterk ingezet op wetenschappelijke rationaliteit, logica, nut en technologie. Aan de andere kant wordt sterk ingezet op emoties en intuïties, het verleden, het particuliere en de natuur. Het romantische denken verzet zich in vrijwel alles tegen het rationeel wetenschappelijke denken, en andersom. Deze twee stromingen zijn ook nu nog in het humanisme aan de orde.

 

Casper David Friedrich, Mondaufgang über dem Meer, 1822 (Detail), typisch voorbeeld van romantiek.

 

Wetenschappelijk rationalisme

De nadruk op de wetenschappelijke methode, het gebruik van de rede en universalisme vormen een belangrijk onderdeel van de humanistische traditie. Maar in de 18e en de 19e eeuw ontwikkelt zich een al te stellig rationalisme.  Het contact met het traditionele humanisme gaat verloren. Deze ontwikkelingen kan men zien als voorlopers van het wetenschappelijk humanisme van onze tijd. De heiligverklaring van wetenschap en technologie wijkt af van het humanistische denken doordat traditionele humanistische uitgangspunten en thema’s, zoals het geloof in de menselijke vrije wil, het ideaal van intellectuele en morele vorming en de betekenis van kunst en literatuur (zie ook Weimar humanisme) naar de achtergrond verschuiven.

 

Emotioneel romanticisme

Het romantische denken keerde zich óók af van de humanistische traditie, maar dan op de tegengestelde manier. De humanistische uitgangspunten van rede en universalisme worden niet te sterk benadrukt maar juist te scherp afgewezen. Als reactie op de Verlichting en het ‘kille rationalisme’, legt de Romantiek de nadruk expliciet op de subjectieve beleving, het eigen innerlijk en de daar aanwezige emoties. Er wordt een behoefte zichtbaar de realiteit iets minder scherp waar te nemen en juist de verbeelding, de droom, het vergezicht, te laten spreken. De natuur krijgt grote betekenis als oorspronkelijk en zuiver. 

 

Deze ontwikkeling is bij Rousseau te zien. Hij maakte onderdeel uit van de Verlichting en behoorde tot de groep filosofen die de Encyclopedie schreven, maar zette zich later scherp af tegen de Verlichting. De breuklijn tussen rede en emotie en het uiteindelijk eenzijdig afwijzen van het eerste, toont zich duidelijk in Rousseau. De Romantiek stelde tegenover het universalisme de gedachte dat elk volk beschikt over een unieke Volksgeist. In plaats van het algemeen menselijke wordt het specifiek culturele benadrukt. Dit idee zou later een van de fundamenten vormen voor het nationalisme van de 19e en 20ste eeuw en van het cultuurrelativisme van onze tijd.

 

De 19e eeuw kende dus twee krachtige bewegingen die beide afweken van de humanistische opvatting van de rede: de eerste door rationaliteit heilig te verklaren, de tweede juist door de rede sterk te relativeren of zelfs te verwerpen.

 

Gulden middenweg

Maar er waren in de 19e eeuw ook denkers die een middenweg zochten tussen het irrationele en het rationele, tussen natuur en machine, en zo op het humanistische spoor bleven. Dat geldt bijvoorbeeld voor mensen als Max Weber, John Stuart Mill en Matthew Arnold.

 

Arnolds essay Culture and Anarchy uit 1869 is misschien wel een van de belangrijkste humanistische manifesten die ooit geschreven zijn. Op welsprekende wijze belijdt hij er zijn geloof in de mogelijkheid en de plicht van ieder mens om het beste uit zichzelf te halen en in het vermogen tot geestelijke en materiële vooruitgang.

 

De actualiteit van dit 19e eeuwse humanisme ligt in de genuanceerde stellingname tegenover zowel wetenschappelijk fundamentalisme als relativisme, tussen overdreven vertrouwen in de rede en overdreven wantrouwen tegen de rede.  Zoals vaker zien we dat het humanisme het gezonde verstand volgt door een Aristoteliaanse middenkoers te varen.