De Verlichting is een intellectuele stroming die tot bloei komt in de 17e en 18e eeuw in Europa. Verlichtingsdenkers zetten zich af tegen kerk en autoriteiten. Zij willen de wereld in vrijheid bestuderen en de samenleving opnieuw inrichten. De term Verlichting verwijst naar het licht der rede dat schijnt in de duisternis van de Middeleeuwen.
Uittreden uit onwetendheid
De filosoof Immanuel Kant schreef in 1784 een kort essay waarin hij onderzoekt wat de Verlichting inhoudt. Hij concludeert dat Verlichting betekent dat mensen zichzelf met behulp van de rede uit hun zelfopgelegde onwetendheid moeten trekken en dat er moed voor nodig is om de rede toe te passen. Kant spoort aan tot een verdere Verlichting met de gevleugelde Latijnse woorden: Sapere aude, Durf te weten. De Verlichting is een proces van secularisering. Religie wordt in verschillende gradaties buiten het domein van ethiek, politiek en wetenschap geplaatst. De rol van religie op het gebied van de moraal en wetenschap wordt teruggedrongen. Religiekritiek is een van de pijlers van de Verlichting.
Afbeelding: Voorblad van de Encyclopédie van Diderot en D’Alembert
Kritiek en constructie
De Verlichting kent een kritische en een constructieve zijde. De kritische zijde bekritiseert geïnstitutionaliseerd geloof en onredelijkheid. De constructieve kant gaat over het zoeken naar nieuwe kennis, vooral wetenschappelijke kennis, en naar nieuwe samenlevingsvormen met als idealen rechtvaardigheid, democratie en mensenrechten. Tolerantie voor ideeën en strijd tegen onderdrukking zijn twee kernwaarden van de Verlichting. Beide elementen komen naar voren in het magnus opus van de Verlichting, de Encyclopédie of beargumenteerd woordenboek van de wetenschappen, kunsten en beroepen (1751-1772/80) onder redactie van Dennis Diderot en Jean D’Alembert. De Encyclopédie was bedoeld om alle tot dan toe beschikbare menselijke kennis te verzamelen. Het werd dan ook een groots project.
De radicale en gematigde Verlichting
De hedendaagse Britse historicus Jonathan Israel maakt een onderscheid tussen de vroege, radicale Verlichting, waar Spinoza de belangrijkste vertegenwoordiger van is, en de gematigde Verlichting. In de gematigder versie is religie gemoderniseerd en verwaterd, maar wordt het niet gezien als een direct opstakel voor vooruitgang. De radicale Verlichting, daarentegen, is een a- en anti-religieuze, atheïstische stroming. Vrijdenkers en seculier-humanisten, zoals Paul Kurtz, plaatsen zich expliciet en nadrukkelijke in de traditie van de radicale Verlichting. Het georganiseerd humanisme, van bijvoorbeeld het Humanistisch Verbond en Humanitas, staat eerder in de traditie van de gematigde Verlichting.
Humanisme, Verlichting en de rede
De Verlichting volgt op de Wetenschappelijke Revolutie en de explosieve toename van kennis sinds de 16e eeuw. De moderne westerse wereld, die steunt op wetenschap en technologie enerzijds en mensenrechten en democratie anderzijds, gaat rechtstreeks terug op de traditie van de Verlichting. Soms worden oorlogen en verschrikkingen van de Holocaust echter juist toegedicht aan de idealen van de Verlichting.
De hedendaagse Engelse filosoof Anthony Grayling ziet de antieke wereld, de Renaissance, de Verlichting, de wetenschappelijke revolutie en tot slot het hedendaagse mensenrechtendiscours als loten van dezelfde, humanistische, stam, waarbij het individu en de rede centraal staan.