In de 15e en 16e eeuw ontstond in Europa het verlangen om de studie van de Bijbel en de kerkvaders te laten herleven. Door terug te keren naar de bron, de Bijbel, wilden mensen als Erasmus de christelijke religie hernieuwen en de ethische en spirituele kant ervan versterken. De bestudering van de bijbel kon volgens hen niet zonder een gelijktijdige studie van de ‘heidense’ teksten uit de klassieke Oudheid.
Terug naar de Bijbel
Desiderius Erasmus (1466 -1536) is wel de bekendste humanist ten noorden van de Alpen geworden. Hij was het middelpunt van een brede Europese beweging, die echter zeker niet homogeen was. Deze beweging wordt aangeduid met verschillende benamingen, zoals Erasmianisme, Duits humanisme, christelijk humanisme of Bijbels humanisme. Met name de laatste naam brengt tot uitdrukking wat Erasmus voorstond: een vernieuwing van de christelijke religie die aan en op de Bijbel gefundeerd was. Ook Rudolf Agricola (1443 – 1485), Dirk Volkertszoon Coornhert (1522 – 1590) en Thomas More (1487 – 1535), schrijver van de roman Utopia, kunnen genoemd worden als christelijk humanisten.
De beweging ad fontes, terug naar de bronnen, greep terug naar de Bijbel en het Christendom van de eerste eeuwen. Belangrijk werden vooral Erasmus’ Griekse vertaling van het Nieuwe Testament met aantekeningen (1516) en zijn imposante editie van talrijke Kerkvaders. Op veel terreinen liep hij vooruit op Maarten Luther (1483 – 1546). Zo hanteerde hij een tekstkritische benadering van de bijbel. Daarnaast had hij felle kritiek op de verdorde scholastieke theologie aan de universiteiten en op allerlei kerkelijke praktijken als de aflatenhandel, het ontspoorde monnikendom en de verwereldlijkte clerus. En hoewel hij als een humanist van formaat internationaal gewaardeerd werd, wekten zijn kritische geschriften ook veel weerstand op en bestempelde men hem even zo vaak als kerkvijandig en goddeloos.
Het is duidelijk dat voor Erasmus de nadruk lag op de ethische en spirituele kant van de christelijke religie die zich moest vernieuwen door opnieuw te putten uit de bronnen.
Afbeelding: Portret van Erasmus, Hans Holbein de Jonge (1523), National Gallery, Londen
Klassieke cultuur
Wat is het blijvend belang van het Bijbels humanisme? Men vond dat de studia humanitatis, de bestudering van de klassieke Griekse en Romeinse Oudheid, en de studia divinitatis, de bestudering van bijbel en Kerkvaders, ten nauwste met elkaar samen hingen. De Belgische historicus Leon Halkin heeft het zo samengevat:
‘Er is geen theologie mogelijk zonder Bijbelexegese (tekstverklaring – red.) en er is geen Bijbelexegese mogelijk zonder voorafgaande kennis van de profane literatuur van de Oudheid, van haar woordenschat en grammatica. Alleen met behulp van deze propedeuse slaagt de synthese van klassieke cultuur en christelijk denken die wij christelijk humanisme noemen.’
Reformatie
Zeker heeft het Bijbels humanisme ook de Reformatie met haar kernspreuk ‘De Schrift alleen’ ten diepste beïnvloed. Zo was bijvoorbeeld Luther veel aan Erasmus verschuldigd. Volgens de Duitse theoloog Bernd Moeller is er zonder humanisme geen Reformatie. De kerksplitsing en wederzijds verkettering tussen gereformeerden en rooms-katholieken waren Erasmus een doorn in zijn oog. Des te wranger is het dat 20 jaar na zijn dood al zijn werken op de Romeinse index van verboden boeken geplaatst werden. De Erasmiaanse geest van vrijheid, tolerantie, vrede en gerechtigheid, zou zich gedeeltelijk buiten de kerken doorzetten. Daarnaast zou men hem kunnen bestempelen als een voorloper van de Europese gedachte.