Dit citaat beschrijft de niet nader verklaarde geslachtsverandering van de Engelse edelman Orlando uit de gelijknamige roman van Virginia Woolf, die zij in 1928 publiceerde. Het is een sleutelpassage in de roman waarin sekse, androgynie, genderfluïditeit en identiteit belangrijke thema’s zijn. Met deze thema’s was Woolf haar tijd ver vooruit.
Fantastische biografie
Orlando is geïnspireerd op het leven van de aristocratische schrijfster Vita Sackville West (1892-1962), die naast haar huwelijk met de diplomaat Harold Nicholson (1886-1968) seksuele relaties had met vrouwen en zich graag als man kleedde. In de jaren voorafgaand aan Orlando onderhielden Virginia Woolf en Vita een erotisch getinte vriendschap.
Het idee voor de roman ontstond als een spontane opwelling toen Virginia met de gedachte speelde om de memoires van haar eigen tijd te schrijven aan de hand van het leven van haar vrienden. Ze dacht meteen aan Vita als Orlando, een jonge edelman. Virginia maakte Vita deelgenoot van haar voornemen en vroeg haar of ze er bezwaar tegen had als zij herkenbaar zou zijn in het personage Orlando. Vita vond het juist spannend: ‘Mijn God, Virginia, als ik ooit verrukt en bang ben geweest dan is het voor het vooruitzicht dat ik in de gestalte van Orlando geprojecteerd ga worden. Wat leuk voor je; wat leuk voor mij. Zie je, elke wraak die je maar op me wilt nemen ligt nu binnen handbereik. Ja, ga door, gooi je Pannekoek de lucht in, bak hem mooi bruin aan beide kanten, sprenkel er brandewijn over, serveer hem heet. Je hebt mijn volledige toestemming.’ (brief van Vita Sackville West aan Virginia Woolf, 11 oktober 1927).[1]
In haar dagboek schrijft Virginia Woolf dat ze Orlando in een schertsende en heldere stijl wilde schrijven, zodat lezers haar goed zouden begrijpen. Ook wilde ze een zorgvuldige balans bewaren tussen waarheid en fantasie. Het fantastische aspect komt niet alleen tot uitdrukking in de avonturen die Orlando beleeft, maar ook in zijn buitensporige levensduur. Het boek begint met zijn jongelingsjaren in de 16e eeuw, ten tijde van de regering van Elizabeth I en eindigt in 1928. Orlando is dan 36. Deze opzet stelt Woolf in staat en passant met ironie te kijken naar de Engelse literatuurgeschiedenis en de tijdgeest van de verschillende eeuwen, waarbij zij ook ingaat op de positie van vrouwen. Dit laatste thema werkt zij verder uit in A Room of One’s Own, dat een jaar later verschijnt.
Sekse en genderfluïditeit
Orlando’s magische wisseling van sekse vindt plaats in Constantinopel, waar hij ambassadeur is. Hij bevindt zich dan in de 18e eeuw; de periode in de geschiedenis waarin, volgens Woolf, meer mogelijkheden komen voor vrouwen. Haar seksewisseling confronteert haar met de manier waarop ze voorheen, toen ze nog een man was, over de rol en positie van vrouwen dacht en hoe dit botst met haar nieuwe ervaringen als vrouw: ‘She remembered how, as a young man, she had insisted that women must be obedient, chaste, scented, and exquisitely apparelled. “Now I shall have to pay in my own person for those desires,” she reflected; “for women are not (judging by my own short experience of the sex) obedient, chaste, scented, and exquisitely apparelled by nature. They can only attain these graces, without which they may enjoy none of the delights of life, by the most tedious discipline.’ (Orlando, p. 99)
Het contrast dat Orlando ervaart tussen haar opvattingen als man en haar ervaringen als vrouw doet haar inzien dat mannen en vrouwen elkaar tekortdoen. Maar ook doet het haar twijfelen aan haar eigen identiteit: ‘“(…) Heavens!” she thought, “what fools they make of us – what fools we are!” And here it would seem from some ambiguity in her terms that she was censuring both sexes equally, as if she belonged to neither; and indeed, for the time being, she seemed to vacillate; she was man; she was woman; she knew the secrets, shared the weaknesses of each. It was a most bewildering and whirligig state of mind to be in.’ (Orlando, p. 100)
Toch merkt Orlando na verloop van tijd dat ze in een aantal opzichten wel degelijk veranderd is. Zo voelt ze zich bescheidener over haar intellectuele capaciteiten en ijdeler ten aanzien van haar persoon. De vraag is waar deze verandering vandaan komt. De verandering van kleding lijkt een voor de hand liggende verklaring, maar die wordt door Woolf verworpen. Het verschil tussen de seksen heeft een diepere oorzaak. In Orlando zelf voltrekt zich een verandering die ervoor zorgt dat zij zich als een vrouw gaat kleden en als een vrouw gaat gedragen. Mogelijk drukt zij hiermee uit wat veel mensen ervaren zonder er direct uiting aan te geven. Want het verschil tussen de seksen is veel minder uitgesproken dan doorgaans verondersteld: ‘Different though the sexes are, they intermix. In every human being a vacillation from one sex to the other takes place, and often it is only the clothes that keep the male or female likeness, while underneath the sex is the very opposite of what it is above. Of the complications and confusions which thus result everyone has had experience; but here we leave the general question and note only the odd effect it had in the particular case of Orlando herself. For it was this mixture in her of man and woman, one being uppermost and then the other, that often gave her conduct an unexpected turn.’ (Orlando, p. 121)
Liefde
De notie van genderfluïditeit speelt ook een rol in het liefdesleven van Orlando. Na haar sekseverandering houdt zij nog steeds van Sasha, de vrouw waar zij als jongeling erg verliefd op was. Het zorgt voor een versnelling en verdieping van de gevoelens die zij had als man: ‘For now a thousand hints and mysteries became plain to her that were then dark. Now, the obscurity, which divides the sexes and lets linger innumerable impurities in its gloom, was removed, and if there is anything in what the poet says about truth and beauty, this affection gained in beauty what it lost in falsity.’ (Orlando, p. 103)
Ook als Orlando in de 19e eeuw haar nieuwe liefde Marmaduke Shelmerdine ontmoet, speelt genderfluïditeit een rol. Bij hun eerste ontmoeting menen de geliefden in elkaar iemand van het andere geslacht te herkennen; een verwarring die ook later in de relatie een rol speelt en die de onderlinge aantrekkingskracht in belangrijke mate bepaalt: ‘“Are you positive you aren’t a man?” he would ask anxiously, and she would echo. “Can it be possible you’re not a woman?” and then they must put it to proof without more ado. For each was so surprised at the quickness of the other’s sympathy, and it was to each such a revelation that a woman could be as tolerant and free-spoken as a man, and a man as strange and subtle as a woman, that they had to put the matter to the proof at once.’ (Orlando, p. 168).
Meervoudig zelf
De gedachte dat sekse geen vaststaand gegeven is maar als fluïde kan worden ervaren en dat ieder mens aspecten van mannelijkheid en vrouwelijkheid in zich draagt, sluit aan op Woolfs begrip van de mens als een meervoudig zelf. Ieder mens herbergt verschillende identiteiten in zichzelf, waarop deze een beroep kan doen in verschillende omstandigheden of fasen in het leven. Woolf stelt dit thema aan de orde in het laatste hoofdstuk van Orlando, waarin ze ook het probleem aansnijdt dat zij als biograaf maar enkele van de vele identiteiten van Orlando kan laten zien. Het thema van de verschillende manifestaties van het zelf werkt ze verder uit in de Waves (1931).
[1] Geciteerd uit Virginia Woolf, Ezeltje West. Alle brieven aan Vita Sackville-West 1922-1929. Vert. en ingeleid door Han van der Vegt (Utrecht: Uitgeverij IJzer, 1996).